Kun je trainen voor een lange afstandsrun zonder aan intervaltraining te doen? Een vraag die iedereen die wel eens op ‘trainingsschema halve marathon’ heeft gegoogled, zichzelf heeft gesteld. Aangezien bijna alle schema’s minstens één intervaltraining per week aanraden, lijkt het erop dat intervallen onmisbaar is in je voorbereiding op een lange afstandsloop. Maar hoe moet dat dan voor de mensen die écht geen fan zijn van intervaltraining? Om deze brandende vraag te beantwoorden spraken we met Jermain Breidel, head coach van het Nike Running team, over het hoe en waarom van intervaltraining.

Is intervaltraining echt nodig?

Intervaltraining is een goede manier om te werken aan je snelheid. Tijdens deze training loop je niet telkens op dezelfde snelheid, maar wissel je een stuk op hoog tempo rennen (harder dan je gewend bent) af met een stuk op lager tempo rennen. Deze tempowisselingen herhaal je een paar keer per training.

Omdat je lichaam tijdens het hogere tempo harder moet werken, gaat het zich aanpassen om deze impact aan te kunnen. Hierdoor kun je op de lange termijn dit hoge tempo steeds langer volhouden. De vraag die resteert: is dit soort training onmisbaar voor het lopen van een lange afstand?

‘Het trainen met intervallen is in principe alleen nodig als je sneller wilt gaan lopen’, aldus Jermain. ‘Je kunt prima een lange afstand leren lopen door elke keer dat je gaat trainen een extra kilometer te rennen. Je wordt door veel lange afstanden te lopen uiteindelijk ook wel steeds iets sneller, maar als je echt een PR wilt halen, zul je je toch aan intervaltraining moeten wagen.’

Maak het leuker voor jezelf

Dat intervallen niet altijd even leuk is én behoorlijk zwaar kan zijn, kan ook Jermain zich goed voorstellen. Daarom heeft hij ook een aantal tips om je intervaltraining leuker en ook wat makkelijker te maken voor jezelf.

1. Ga de loopband op

‘De loopband is ideaal om intervallen mee te trainen’, stelt Jermain. ‘Je kunt namelijk de waardes waarop je wilt trainen gewoon intoetsen. Zo kan ik bijvoorbeeld aangeven dat ik vier keer 400 meter op een snelheid van 10 km/per uur wil lopen, afgewisseld met 500 meter op 20 km/per uur. Het klinkt misschien simpel, maar doordat de loopband aangeeft hoe snel je moet lopen, hoef je jezelf minder hard te pushen om je intervallen door te komen.’ Doe dit met een echte powersong op je oren en voor je het weet zit je training er alweer op

2. Train in groepsverband

Hoe meer zielen, hoe meer vreugd ‘Als je met een groep traint, zul je zien dat de intervaltraining een stuk leuker wordt. Tijdens de intervaltraining loopt er altijd een ervaren loper mee als pacer – hij/zij geeft het tempo aan en het enige wat je hoeft te doen is dat tempo aan te houden. Ideaal dus, want je hoeft er helemaal niet bij na te denken!’

Ook zorgt het groepsverband ervoor dat je de intervaltraining als een stuk prettiger ervaart. ‘Lopen in een groep is vooral heel gezellig en werkt ook nog eens motiverend. Als je het even niet meer trekt, kun je altijd terugvallen op de rest van de groep. Ook kun je zelf de groep op sleeptouw nemen als je juist lekker in je vel zit op dat moment. Het werkt vooral heel stimulerend!’

What’s the verdict – ga jij je eraan wagen?

Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?