Veel mensen die een dieet volgen en afvallen, komen daarna weer aan. Hoe kan het toch dat de obesitasaantallen blijven toenemen, en waarom is het zo moeilijk om een gezonde levensstijl te vinden én te houden? Volgens onderzoekers van de Universiteit van Maastricht, die onderzoek deden naar de psychologische kant van gewichtsverlies, wordt het psychologische aspect bij afvallen vaak vergeten, of in iedere geval onderschatten.

Het belang van psychologie bij afvallen

Tijdens een onderzoek naar nieuwe manieren om mensen te helpen met afvallen, kwam de groep van 19 onderzoekers erachter dat wanneer je psychologie integreert in het dieet, de respondenten meer resultaten boeken. Ze gebruikten twee verschillende aanpakken. De eerste houdt in dat de persoon met obesitas langere tijd moet ruiken aan zijn of haar favoriete eten, maar er niet van mag proeven. Soms mogen ze een beetje eten, maar ze mogen niet echt toeslaan. Volgens onderzoeksleidster Anita Jansen leren ze hierdoor de drang naar eten te verminderen.

Na twee van deze sessies aten mensen al minder van de producten waar ze een zwak voor hadden. Na acht sessies waren ze drie kilo meer afgevallen dan een controlegroep die de klassieke adviezen kreeg. De andere aanpak was cognitieve gedragstherapie, dat wil zeggen dat je probeert je gedachten te veranderen, en daardoor je gedrag. Een groep die cognitieve gedragstherapie volgde, verloor 5 procent van het lichaamsgewicht, en was dat een jaar later niet meer aangekomen. De controlegroep was ook afgevallen en had dieetadvies en fysiotherapie ontvangen, maar was daarna weer bijgekomen.

Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?