We weten allemaal hoe frustrerend het kan zijn als we na een periode super gezond eten en veel sporten op de weegschaal gaan staan om er vervolgens achter te komen dat je (bijna) niet bent afgevallen. Toch moet je er dan bij stilstaan dat er meerdere factoren zijn die dat getal op de weegschaal kunnen beïnvloeden. Met deze pre-scale routine kun je in ieder geval voorkomen dat je een vertekend beeld over je gezondheid krijgt wanneer je op de weegschaal stapt.

1. Kijk op je kalender

Een grote valkuil waar we iedere keer weer mee te maken krijgen als het gaat om onszelf wegen, is te vaak op de weegschaal willen stappen. Voor de beste vergelijkingen kun je jezelf eigenlijk het beste een keer per week wegen. Dat kun je het beste doen op de woensdag als op vrijdagochtend de kans groot is dat je het minst weegt omdat je de hele week gezond hebt gegeten en je op maandag vaak op je zwaarst bent omdat je in het weekend hebt toegegeven aan jecravings. In dat geval is de kans het grootst dat je op woensdag de beste indicatie van het gemiddelde te pakken hebt.

2. Vermijd zout

Als je een vast weegmoment in de week hebt, kun je er beter voor zorgen dat je niet de avond ervoor of vlak van tevoren veel zout eet. Het natrium zorgt er namelijk voor dat je lichaam vocht zal vasthouden, waardoor het getal op de weegschaal kan oplopen. Sommige mensen die gevoelig zijn voor zout kunnen wel tot anderhalve kilo zwaarder worden nadat ze zout hebben gegeten, terwijl anderen misschien maar een paar honderd gram bijkomen. Om te zorgen dat je geen vertekend beeld krijgt als je op de weegschaal stapt, kun je hoe dan ook maar beter niet onwijs zout eten de avond voor je weegmoment.

3. Kleed je uit en ga plassen

Om het beste beeld te krijgen van je gewicht, kun je het beste naakt op de weegschaal gaan staan als je net wakker bent en naar het toilet bent geweest. Je hebt dan namelijk nog niets gegeten of gedronken, waardoor het getal op de weegschaal alleen weergeeft wat je weegt als je maag nog leeg is. Voel je je er niet prettig bij om 's ochtends vroeg op de weegschaal te staan? Kies dan een moment waar jij je goed bij voelt, zoals voor of na het sporten. Zolang je consistent blijft in de timing van je weegmoment, kun je een duidelijke indruk krijgen.

4. Sta stil bij wat er in je lichaam gebeurt

Niet alleen wat je in je mond stopt kan je gewicht beïnvloeden, ook factoren als je hormonen kunnen zorgen voor een groter getal op de weegschaal. Je hormonen veranderen namelijk de week voordat je ongesteld moet worden, waardoor je wel een kilo kunt aankomen.

Ook kan reizen met het vliegtuig ervoor zorgen dat je uitdroogt en juist wat afvalt. Je zult niet enorm grote verschillen merken dan wanneer je normaal gesproken op de weegschaal gaat staan, maar je moet deze factoren zeker in gedachten houden wanneer je gewicht wat afwijkt van je doorsnee gemeten gewicht.

5. Kijk ook naar andere maten

We zeggen het nog maar eens: spieren zijn zwaarder dan vet. Dat houdt in dat je niet altijd een vooruitgang zult zien als het gaat om je gewicht, ook al passen je kleren wel beter. En dat is helemaal niet erg! Er zijn nog andere indicaties dat je gezonder bent geworden. Ben je fitter en sterker? Eet je meer groenten dan anderen? Zijn je bloedsuikerspiegel en je bloeddruk beter? Zit je goed in je vel? Al deze dingen zijn een stuk belangrijker dan dat getal op de weegschaal, dus probeer je niet vast te klampen aan wat je op de weegschaal ziet staan. Dat je lichter bent wil namelijk niet gelijk zeggen dat je ook gezonder bent.

Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?