Van cutten tot wegen, van droog tot curvy: over lichaamssamenstelling valt veel te zeggen. Women's Health vroeg sportdiëtist Saraï Pannekoek, auteur van het boek ‘Eet als een atleet’ naar de 3 belangrijkste feiten.

1. Je vetpercentage is nooit een ‘hard’ getal

'Je kunt je vet niet uit je lichaam halen en op een weegschaal leggen. Daarom is het bepalen van een vetpercentage altijd een schatting', zegt Saraï. 'Een getrainde sportdiëtist kan een uitgebreide huidplooimeting doen op acht plaatsen op je lijf. Zo’n meting is vrij betrouwbaar. Vraag wel of je sportdiëtist een geijkte huidplooimeter gebruikt en of hij of zij ISAK-gecertificeerd is, dat betekent dat de diëtist echt getraind is om een betrouwbare meting te doen.

Huidplooien meten is namelijk precisiewerk. Dat gaat niet goed als de stagiair het doet, of de sportschooltrainer die ‘even’ met een plastic tang een paar huidplooien grijpt. Daarnaast is het handig als steeds dezelfde persoon de metingen verricht. Zelf gaat het me dus helemaal niet om dat getal van het vetpercentage. Het gaat me om de voortgang als ik eenmaal een beginwaarde heb: nemen de plooien in dikte af? Want dan daalt de onderhuidse vetmassa.'

2. Een te laag vetpercentage is ongezond

'Je hebt een hoeveelheid lichaamsvet nodig, als reserve-energievoorraad, maar ook als bescherming van je organen en je botten. En het is belangrijk voor je hormoonhuishouding.

Langdurig een te laag vetpercentage is niet gezond. Dan kan de hormoonbalans verstoord raken. Dat uit zich bijvoorbeeld in niet meer ongesteld worden, koude handen en voeten, donkere kringen onder de ogen of donsbeharing. Dit is een noodsignaal van je lichaam dat je serieus moet nemen.'

3. Een sixpack kán betekenen dat je te dun bent

'Ieder mens heeft een andere bouw. Grof gezegd hanteer ik drie soorten lichaamstypes: mesomorf, endomorf en ectomorf. Bij mensen met het mesomorf lichaamstype zie je van nature al de lijn van de spieren lopen. Ze hoeven niet hard te trainen om hun sixpack zichtbaar te maken. Mensen met het ectomorf type zijn dun en fijngebouwd en hebben moeite om spiermassa te kweken.

Mensen met het endomorf type zijn stevig gebouwd en komen snel aan in vetmassa. Als jij van nature meer een endomorf type bent, maar je hebt toch een sixpack, dan heeft het je waarschijnlijk zeer veel inspanning gekost om dat voor elkaar te krijgen. Dikke kans ook dat dan je vetpercentage te laag is.

Bij iemand met een mesomorfe bouw, is het veel minder moeilijk om de ‘tone’ van de spieren te zien. Houd dit in gedachten en staar je dus niet blind op een fitgirl die van nature een andere bouw heeft dan jij.'

feiten over vet
Redactie Women's Health

Shop hier het boek van Saraï