Je hebt van die dagen dat het met geen mogelijkheid lukt om jezelf naar de sportschool te slepen. Geen zorgen, een dagje overslaan is echt geen doodzonde. Volgens onderzoek verschenen in het tijdschrift Applied Psysiology, Nutrition and Metabolism maakt het namelijk niet zozeer uit hoe vaak je gaat sporten, zolang je minstens 150 minuten per week fysiek actief bent.
>> Hoe vaak moet ik trainen om resultaat te zien?
De onderzoekers analyseerden een groep van 2.324 actieve Canadese volwassenen die minstens 150 minuten matig intensief tot zeer intensief bewogen. Sommige verdeelden dat in 5 tot 7 sessies, terwijl andere Canadezen 1 tot 4 keer per week in beweging kwamen. De kans op gezondheidsproblemen als een hoge bloeddruk en bloedsuikerspiegel, obesitas en een te hoog cholesterol was bij beide groepen hetzelfde. Het kwam erop neer dat de mensen die per week de meeste minuten bewogen het gezondst waren. Onderzoekauteur Ian Janssen heeft hier een verklaring voor. Volgens hem heeft het totale aantal, het type en de intensiteit van de beweging veel meer effect op het lichaam dan de frequentie.
Betekent dit dat één workout van 2,5 uur genoeg is om de rest van de week op de bank te blijven? Niet echt. De onderzoekers hebben niet specifiek naar de eens-per-week optie gekeken (alleen 1 tot 4 en 5 tot 7 keer), dus het is veel te kort door de bocht om te beweren dat één sportschoolbezoekje per week volstaat. Daarnaast kunnen lange gymsessies de kans op hart- en vaatziekten misschien wel verlagen, ze helpen niet direct om je fitnessdoelen te behalen zoals afvallen of het trainen voor een wedstrijd.
Kortom: mocht je drukke schema meer workouts niet toelaten, dan is het prima om 2 of 3 langere sessies per week te doen. Maar vaker sporten van minder lange duur heeft nog steeds de voorkeur.
