Antioxidanten: er wordt al jaren veel over geschreven. Bijvoorbeeld dat ze ziekten kunnen genezen, het verouderingsproces tegengaan en dat je er zoveel mogelijk van binnen moet krijgen. Maar ook wordt er geschreven over een duistere kant ervan. Wat zijn antioxidanten precies, welke claims mag je geloven en welke kun je beter met een flink pak zout nemen? Here you go: een lesje antioxidanten voor dummies!

Wat zijn antioxidanten?

De term 'antioxidanten' is een verzamelnaam voor allerlei verschillende vitamines, mineralen en andere voedingsstoffen, zoals vitamine E en C, bètacaroteen, seleen en zink. Ze beschermen het weefsel en DNA in cellen tegen vrije radicalen. Die vrije radicalen zijn stoffen die je lichaam gek genoeg zelf aanmaakt tijdens het sporten en verteren van voedsel. Ook word je eraan blootgesteld als je rookt en in de zon zit.

In je lichaam doden vrije radicalen ongewenste bacteriën en ruimen ze eiwitten op die beschadigd zijn door sporten. Toch hebben ze best een keerzijde. Ze kunnen in sommige gevallen namelijk ook agressief worden en gezonde cellen kapot maken. Als ze daardoor schade aanrichten, wordt dat ook wel oxidatieve stress genoemd. Dit ontstaat wanneer er te veel vrije radicalen op ongewenste plekken in je lichaam zitten. Gelukkig kunnen antioxidanten de cellen beschermen tegen dit oxidatieproces en vandaar dus de term ‘anti’-oxidanten.

In welke voeding zitten antioxidanten?

Antioxidanten vind je bijvoorbeeld in chocolade (yes!), noten, volkoren brood, gevogelte en vis. Maar ook in groente en fruit, zoals in druiven, bosbessen, aardbeien, boerenkool, spinazie, rode uien en ga zo maar door. Ook worden ze gebruikt als hulpstof in voedingsmiddelen; je herkent ze aan het E-nummer op het etiket. Voorbeelden zijn vitamine C, zouten van ascorbinezuur (E 300 t/m 304), vitamine E (E 306 t/m 309) en conserveermiddelen (E 310 t/m 319).

>> Koken, stomen, blancheren, wokken: welke methode is nou het gezondst?

Gezondheidseffecten

Antioxidanten vangen de schade van vrije radicalen op en beschermen de cellen tegen beschadiging. Daarom wordt ook wel beweerd dat ze op de lange termijn ziekten als hart- en vaatziekten kunnen voorkomen. Helemaal bewezen is dit nog niet. Hetzelfde geldt voor de claim dat antioxidanten het verouderingsproces vertragen. Wel is duidelijk dat een gebrek aan antioxidanten het verouderingsproces kan versnellen. Lichamelijke veroudering komt namelijk door de schade die vrije radicalen veroorzaken.

Voedingsadvies
 en supplementen

Uit grote onderzoeken (meer dan 100.000 mensen) naar de werking van antioxidanten in de vorm van supplementen tegen chronische ziektes is nooit gebleken dat ze iets doen. Heel hoge doseringen van antioxidanten zoals bètacaroteen zouden juist méér risico kunnen geven op chronische ziektes. Een hoge dosering bètacaroteen is meer dan 15 milligram per dag en kun je echt alleen via supplementen binnenkrijgen. Het is dus niet gek dat het Voedingscentrum adviseert om voorzichtig te zijn bij het nemen van hoge doseringen antioxidanten in supplementvorm. Volgens hen krijg je via je normale voedingspatroon (in dit geval wordt met ‘normaal’ de schijf van vijf bedoeld) al genoeg antioxidanten binnen.

Het slikken van extra antioxidanten in de vorm van vitaminepillen en fruitdrankjes heeft dus geen extra gezondheidseffect en kan zelfs negatieve gevolgen hebben. Zo zie je maar: ook een teveel van iets heel gezonds kan ongezond zijn.

Bronnen: Vitamine Informatie Bureau, Maastricht UMC+, Voedingscentrum

Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?