#1. 1 woord: STRUGGLES! Je hebt er uiteraard zelf voor gekozen om vegetariër te worden, maar als je dan je vrienden weer orgastisch hoort kreunen als ze in een biefstuk happen, ben je toch wel op z’n minst… ‘geïnteresseerd’.
#2. Alles en iedereen om je heen eet of lijkt constant op bacon.
#3. Je bent zó klaar met hokjesdenkers. ‘Dus als ik één keer in de vier maanden een keer bewust een stukje biologisch vlees eet, dan mag ik mezelf niet meer vegetariër noemen? Hou toch op zeg.’
#4. Als je een keertje vlees eet, dan wil je ook precies weten waar het vlees vandaan komt.
#5. Mensen reageren super geschokt als je jezelf voor het eerst in tijden trakteert op een bord stamppot met spekjes. ‘HUHH, jij was toch vegetariër?!’. Jij: ‘Oh sorry, ik wist niet dat de aarde nu zou vergaan…’
#6. Biefstuk van Loetje, een stukje bacon door je roerei of een speklapje bij de boerenkool… als je het een keertje doet, geniet je er ont-zet-tend van.
#7. Als je voor een etentje moet kiezen uit het vegetarische menu en het vleesmenu kies je uiteraard het vega menu… en daar ben je achteraf vaak zó blij mee!
#8. Je buik gaat soms raar doen als je weer een vis of vleesje eet. Daarna ben je meteen weer een hele tijd genezen van de vleestrek.
#9. Je vergeet soms waarom je ook alweer vegetariër was. Oh ja, omdat het beter is voor het milieu en de beestjes en je tegen de bioindustrie bent zoals dat nu gaat. Got it.
#10. Het moment waarop je seitan ontdekte, vergeet je nooit meer. Hetzelfde geldt voor de bratwurst van de Vegetarische Slager. Net een frikandel! Who needs real meat? Niet jij!
