Anouk (26) is cheerleader: ‘De sport is zoveel meer dan het stereotype dansen met pompons’
Glamorous? Absoluut. Maar cheerleading is vooral keihard trainen.
Sinds de lancering van Netflix’ razendpopulaire documentaire over de Dallas Cowboys Cheerleaders, is de cheersport een hot topic. Maar achter die glinsterende pompons en hagelwitte cowboyboots schuilen lange trainingsdagen en een intensief selectieproces. Women’s Health vraagt zich daarom af: hoe zit het met onze Nederlandse cheerleaders? We gaan erover in gesprek met Anouk Diender (26), veteran bij ons nationale team.
Van turnen naar cheer
‘Vanaf kleins af aan deed ik aan turnen en acrobatiek, tot mijn trainsters in 2012 een cheerteam oprichtten. Ik wist zelf nog niets van de sport af, maar na het kijken van video’s besloot ik in het diepe te springen. Eenmaal in het team werd ik verliefd op de sport en na een jaar ben ik me volledig op cheerleading gaan focussen. Vanaf dat moment ging het snel: met mijn team deed ik mee aan wedstrijden in Nederland en later op Europees niveau.’
‘In 2018 kreeg ik een blessure, waardoor ik een pauze van drie jaar heb moeten nemen. Na mijn terugkomst ging het opnieuw mis: ik had mijn kruisband afgescheurd met skiën. Tijdens het revalideren hoorde ik dat er try-outs werden georganiseerd voor een nationaal team. Met geduld en goede voorbereiding werd ik in 2023 geselecteerd, en mocht ik naar het wereldkampioenschap.’
Het try-out weekend
‘Cheerleading ziet er in Nederland heel anders uit dan in Amerika. Daar cheeren veel teams voor een sportteam, zoals The Dallas Cowboys Cheerleaders. Wij doen niet aan sideline cheering, maar zijn echt ons eigen team. Iedereen mag zich aanmelden voor het try-out weekend, van de 50 aanmeldingen zijn er dit jaar 28 geselecteerd.’
‘Zo’n weekend is enorm intensief. Twee dagen lang laten we onszelf van onze beste kant zien: daarbij draait het vooral om stunts. In tegenstelling tot wat mensen vaak denken, gaat de sport niet om dansen met pompons. We vormen groepjes van vier waarin we stunts uitvoeren, daarom worden we intensief getest op techniek. Als je dat niet goed genoeg beheerst, mag je niet door naar dag twee. Dan laten we dezelfde stunts zien, alleen zijn we natuurlijk nog uitgeput van de eerste dag. Iedere stunt moeten we drie keer perfect uitvoeren, onze coach zegt altijd: ‘If you only hit it once, it is not a skill.’ Aan het einde van dag twee komt het zenuwslopende moment: ‘s avonds krijgen we een mail of we zijn geselecteerd.’
Voorbereiding op het WK
‘Vanaf dat moment begint de voorbereiding voor het WK. Ons team bestaat op dit moment uit 28 cheerleaders, verdeeld over zeven stuntgroepjes. Iedere groep bestaat uit twee bases; een backspot en een flyer, waarmee je je stunts uitvoert. Van september tot en met december hebben we maandelijks een trainingsweekend, tussendoor trainen we met ons eigen groepje. We leren dan nieuwe stunts en oefenen onze techniek.’
‘Vanaf januari trainen we actief onze routine voor het WK, en in februari gaan we er volop voor. Dan doen we veel full-outs, onze complete routine, en worden er harde beslissingen gemaakt. Er kunnen maximaal zes groepjes op de mat staan, de laatste groep is reserve. In april schalen we op naar twee weekenden per maand, voordat we afreizen naar Amerika.’
Cheerleading als mental game
‘Ik beschouw mezelf echt als een atleet; ik train hard en er gaat veel tijd zitten in mijn sport. Naast dat het fysiek zwaar is, heeft cheerleading ook mentale uitdagingen. Je moet je lichaam tot het uiterste dwingen en je wil dat het er tegelijkertijd moeiteloos uitziet. Het is echt een mental game. Daarnaast kunnen de stunts die we doen gevaarlijk zijn, door die angst moet je heen werken. Ik neem dan een stapje terug, focus me op oefeningen die ik goed kan en vertrouw erop dat mijn lichaam het kan.’
‘Soms kan ik pressure voelen om te presteren. We zijn met een klein groepje, waarin ieder onderdeel even belangrijk is. Je moet elkaar letterlijk en figuurlijk overeind houden. Daarnaast maken we onderdeel uit van een groter team, en wil je nooit het groepje zijn dat een fout maakt. Ons vertrouwen onderling is belangrijk, we zijn daarom heel hecht met elkaar.’
Weg met dat stereotype
‘Cheerleading als sport wordt vaak onderschat, omdat mensen er niet bekend mee zijn. Als ik vertel dat ik cheerleader ben, verwachten mensen dat ik alleen dans met pompons. Dat doen we wel, maar dat zijn alleen de eerste dertig seconden van onze routine. Pas zodra ik video’s van onze stunts laat zien, begrijpen ze dat het een serieuze sport is. Het stereotype dat we hebben van cheerleaders klopt dus absoluut niet. Daarnaast moeten we veel over hebben voor onze sport. De meeste van ons werken fulltime om het te kunnen bekostigen, we betalen alles zelf. Omdat de sport nog niet zo bekend is, is het moeilijk om sponsoring te vinden. Om fit te blijven, sporten we daarnaast in onze vrije tijd. Ik doe bijvoorbeeld nog een aantal keer per week aan kracht- en conditietraining, buiten de cheertrainingen om.’
Aan the forefront
‘Mijn cheercarrière heeft tot nu toe al veel hoogtepunten gehad: in 2018 mocht ik bijvoorbeeld naar de Winterspelen in Zuid-Korea. En natuurlijk is de jaarlijkse WK steeds opnieuw een indrukwekkende ervaring. Zodra ik lichamelijk gezien moet stoppen met de sport, wil ik me inzetten om de bekendheid van cheerleading in Nederland groter te maken. Het is een prachtige sport, waarin je iedere dag opnieuw bezig bent met lichaamscontrole, vertrouwen, discipline en teamwork. En hoewel het aantal aanmeldingen voor de try-outs dit jaar al is verdubbeld, blijf ik aan the forefront staan om te laten zien wat we kunnen.’
Volg je Women's Health al op Facebook, Instagram en TikTok?