Zwemslagen: deze verschillende soorten zijn er en zó voer je ze uit
Zodat je ready bent voor baantjes zwemmen.
Daar sta je dan met je goeie gedrag. Badpak aan, batmuts en zwembril op. Klaar voor de start... Maar wat kun je eigenlijk allemaal doen in dat zwembad? Zwemmen kunnen we namelijk allemaal wel, maar écht baantjes trekken is andere koek. Toch is het zwemmen wel ideaal om in je sportroutine op te nemen.
Zwemslagen: welke soorten er zijn en hoe je ze moet uitvoeren
In principe zijn er vier zwemslagen: borstcrawl, schoolslag, rugcrawl en vlinderslag. Binnen die slagen kun je ook nog variëren door alleen de arm- of beenbeweging te doen. Deze slagen heb je vroeger tijdens zwemles al een keer geleerd, dus laten we je geheugen eens opfrissen.
Borstcrawl
Bij deze slag lig je op je buik en je benen ondersteunen je door ze te gebruiken als een soort flippers. Om de beurt steek je je handen voor je in, duw je jezelf onderwater vooruit en neem je je armen weer mee omhoog. Wanneer je je ene arm het water uit brengt, begint je volgende arm met de beweging onderwater. Zo gaan je armen als een ritmische molen door. Let op dat je niet gaat 'hakken' met je armen. Voor een ontspannen borstcrawl is het fijn als je je armen bij het insteken een seconde lang maakt. Zo glijd je als het ware door het water.
Schoolslag
Schoolslag is een kwestie van armen en benen timen. Doe je je beenslag te vroeg, glijd je niet lekker door het water. Zet je je armen te laat in, verlies je de voorwaartse stuwing. Hoe moet het dan wel? Strek je armen naar voren om in de startpositie te komen. Trek je armen zijwaarts in een cirkel langs je lichaam. Op dit moment haal je adem. Je beweegt je armen direct weer naar voren. Dan volgen je benen door je knieën te buigen met je voeten naar buiten. Ook hier maak je een grote cirkel met een krachtige beweging. Weer terug in de startpositie is het weer de beurt van de armen. Een kwestie van oefenen.
Rugcrawl
Bij deze slag lig je op je rug, met je oren onder water. Je benen beweeg je op en neer waarbij je tenen naar achteren wijzen - als een soort ballerina. Je armen bewegen zich langs je oren en steek je boven het hoofd in. Je armen breng je via een halve cirkel naar je heupen. Op dit moment stuw je jezelf onderwater naar voren. Bij de heup breng je je arm weer naar boven en zo ga je maar door. Weet je wat nou zo fijn is aan deze slag? Omdat je hoofd naar het plafond kijkt, kun je gemakkelijk ademhalen.
Vlinderslag
Vlinderslag is een vrij zware zwemslag. Dus als je de bovenstaande zwemslagen onder de knie hebt, kun je vlinderslag eens proberen. Bij vlinderslag beweeg je je benen krachtig op en neer als een soort dolfijn. De slag komt niet uit je heupen, zoals bij de voorgaande slagen, maar begint al bij de hoofd/borst. Vanuit daar golft de slag door je lichaam naar de kick van beide benen. Je maakt een beenslag op het moment dat je je handen voor insteekt en wanneer je je armen doorhaalt en ze bijna weer het water uitkomen. De timing hier is lastig, dus je kunt het bijvoorbeeld eerst met één arm proberen.
Wist je dat je met zwemmen een hoop calorieën verbrand? Wordt het toch maar eens tijd om een duik te nemen.