Waarom een toetje nog helemaal niet zo slecht is
Hebben jullie even geluk, lieve zoetekauwen!
Klaar zijn met eten voelt als een afgesloten hoofdstuk, maar in werkelijkheid zijn je organen pas net begonnen met de spijsvertering en voedselopname. Ze werken gemiddeld nog vier uur door na onze laatste hap. Zo'n actieve periode wordt ook wel postprandium genoemd.
Tussendoortjes overslaan
Na eten van een volledige maaltijd stijgt de hoeveelheid insuline in je bloed. Hoe groter de glucosepiek na het eten, hoe harder je lichaam in deze postprandiale toestand moet werken. Aangezien het tegenwoordig normaal is om drie maaltijden en twee tussendoortjes te eten, zit je bijna twintig uur per dag in die postprandiale toestand. Dat is niet zo gezond, aangezien je daarvoor veel energie nodig hebt en dus ook meer (zoet) gaat eten.
Door grotere voedzamere maaltijden te eten, heb je niet elke paar uur een tussendoortje nodig. Een snack tussendoor bevat vaak suikers (ja, ook fruit) en zorgt voor een glucosepiek, die gevolgd wordt door een dip. Het overslaan van dat tussendoortje, houdt je lichaam dus langer uit de middagdutjesstand. Zoetekauwen opgelet: als je iets zoets wil eten, kun je dat beter als toetje na de maaltijd nemen dan als snack midden op de dag op een lege maag.
Wat is glucose?
Om dit goed uit te leggen, is het belangrijk dat je weet wat glucose is. Glucose is een ander woord voor bloedsuiker en is samen met vet en eiwit de belangrijkste brandstofbron voor je lichaam. Wanneer je koolhydraten of suikers naar binnen werkt, zet je lichaam die om in bloedsuiker (glucose) wat in je bloed terechtkomt en jou uiteindelijk energie geeft.
Dat klinkt als een goed geoliede machine, maar soms raakt jouw bloedsuikerspiegel uit balans. In dat geval is het suikergehalte op een bepaald moment veel te hoog of te laag. Wanneer er te veel glucose in je lichaam terechtkomt, noem je dit een ‘glucosepiek’. Deze piek kan zorgen voor cravings, energiedips en duizeligheid. Door bepaalde keuzes te maken, kun je die glucosepieken terugdringen. Bij déze symptomen is je bloedsuikerspiegel te hoog.
Of het nu een stuk fruit, een smoothie, een mueslireep of koekje is: eet die niet tussendoor, maar aan het eind van een maaltijd. Dat hoeft overigens niet gelijk na de laatste hap van je maaltijd te zijn. Je hebt nog 1,5 uur te tijd voor dat stukje chocolade of toetje. En wat je bloedsuikerspiegel helemaal stabiel houdt, is als je na het dessert nog even een stukje gaat wandelen. Je spieren hebben hier energie voor nodig, waardoor de bloedsuiker gelijk verbruikt wordt en je dus geen last hebt van glucosepieken. Win win win!
Toch een tussendoortje?
Mocht je écht niet zonder tussendoortjes kunnen? Probeer dan ten eerste je ontbijt aan te passen. Laat die havermout of gezoete yoghurt een keer sta en ga voor een hartig ontbijt met vezels, eiwitten en vetten. Wedden dat je de rest van de dag geen of minder last hebt van glucosepieken? Dit is namelijk de impact die jouw maaltijd op je tussendoortjes heeft.
Toch zin in een tussendoortje? Pak dan wat rauwkost met hummus of een handje noten. Zorg dat je niet te veel suikers binnenkrijgt op een lege maag, want voor je het weet heb je na een uur of twee weer last van een dip.
Bron: Glucose Goddess, Healthline