Je bent jong en je krijgt wat: Monique kreeg baarmoederhalskanker op haar 28ste

‘Ik heb geen moment aan iets ergs gedacht. Ik vond de klachten alleen maar een hele irritante factor in mijn leven.’

Het zal je maar gebeuren: op je 28ste de diagnose baarmoederhalskanker krijgen en moeten beslissen of je later nog kinderen wil kunnen baren. Het overkwam culinair schrijver Monique van Loon. Ze schreef het boek Je bent jong en je krijgt wat - Leven en liefhebben in tijden van baarmoederhalskanker.

Je bent jong en je krijgt wat

In haar boek beschrijft Monique van Loon (nu 31), met veel humor maar ook de nodige tranen, het hele ziekteproces. Vanaf het moment dat ze klachten begint te krijgen en van het kastje naar de muur wordt gestuurd, tot het slecht-nieuwsgesprek en het verwerken van kanker op zo'n jonge leeftijd.

Zelf ken ik Monique zowel privé als zakelijk goed, heel goed. Ik mag haar rekenen tot mijn groep dierbare vrienden en werkte jaren met haar samen voor haar culinaire website Culy.nl. Hierdoor ken ik haar door en door, en maakte ik haar ziekteproces van dichtbij mee. Het was dan ook extra bijzonder om haar te mogen interviewen over zo’n kwetsbaar onderwerp.

Van ziekenhuisbed tot boek

Lange tijd deelde Monique online niets over haar ziekzijn. Een schril contrast met haar dagelijks leven waarin ze gewend is juist zoveel te delen in de vorm van Posts, Stories en Tweets. Op 7 maart 2018 begint ze haar verhaal digitaal: ‘Dit stukje tekst ben ik honderd keer opnieuw begonnen. Maar vandaag is de dag dat ik m’n verhaal ga doen, so let’s go.’ In een uitgebreide Instagram-post legt ze uit dat ze een half jaar daarvoor, in oktober 2017, is geopereerd aan baarmoederhalskanker. Haar volledige baarmoeder is weggehaald en na de nodige hersteltijd is ze genezen.

Inmiddels zijn we even verder. Waarom een boek schrijven over een ziekteproces? ‘Nou,’ steekt ze van wal, ‘ik heb twee jaar geleden een artikel geschreven voor Glamour over dit onderwerp en daar kreeg ik zo belachelijk veel reacties op dat ik dacht “hee, daar zit iets in.”’ Dat ‘iets’ is vooral de herkenning die ze vanuit alle hoeken van het land krijgt. ‘Ik had niet gedacht dat zóveel mensen herkenning zouden voelen bij mijn verhaal. Ik wist dat achthonderd vrouwen per jaar worden gediagnosticeerd met baarmoederhalskanker, maar als je al die reacties ziet en leest wordt het heel echt.’ Ook merkte ze dat eigenlijk maar weinig mensen iets van het onderwerp weten. ‘Niet alleen over de kanker zelf, maar ook het laten doen van uitstrijkjes, wat het precies inhoudt én waarom het zo belangrijk is. En er zit nog zoveel meer in.’

Sterker nog, Monique wil juist het gesprek starten omdat ze ontdekte hoe weinig erover bekend is of gepraat wordt. Zo sprak ze met het Rijksvaccinatieprogramma dat gaat over het preventief inenten tegen HPV (afkorting voor humaan papilomavirus, een van de belangrijkste oorzaken voor baarmoederhalskanker). ‘Daar hoorde ik bijvoorbeeld hoe weinig jonge meiden worden ingeënt tegen HPV. Ik wil awareness creëren, het verhaal opengooien, het erover hebben.’

Met het boek hoopt ze niet alleen zieken of oud-patiënten aan te spreken, juist niet. ‘Ik heb geprobeerd er een boek van te maken dat zéker niet alleen is voor mensen die baarmoederhalskanker hebben of hebben gehad. Of anderszins ziek zijn geweest. Ik hoop dat het een boek is voor iedereen, er zitten veel universele thema’s in. Van relaties tot vriendschappen en van ziekenhuisbezoekjes tot herstellen van een vreselijke ziekte.’

Weet je zeker dat je geen kinderen wilt?

Toen Monique steeds meer klachten kreeg, was kanker het laatste waar ze aan dacht. Laat staan de mogelijke gevolgen en de beslissingen die ze moest nemen. ‘Ik heb geen moment aan iets ergs gedacht. Ik vond de klachten alleen maar een hele irritante factor in mijn leven.’

Toen na meerdere onderzoeken bleek dat het baarmoederhalskanker was, sloeg de bom nog niet volledig in. Ondanks dat veel mensen vrijwel direct reageerden op het nieuws met vragen over een mogelijke kinderwens. Een wens die Monique niet heeft. ‘Destijds dacht ik vaak “pffft, weet ik veel! Zijn er geen andere dingen te vragen dan dit?”, maar achteraf snap ik het heel goed. Ik had op dat moment ook een aantal vriendinnen die net een kindje hadden gekregen of daar mee bezig waren.’

Veel mensen vroegen naar een mogelijke baarmoederbesparende operatie. ‘Zij zeiden vaak “maar dan kan het nooit meer”, zo van “zou je niet wachten met die operatie zodat je dat eerst kan doen”? Ik kwam daar sowieso niet voor in aanmerking en daarbij is het niet het protocol omdat het veel grotere risico’s met zich meebrengt.’

Liefde in tijden van ziek zijn

In het boek komen de liefde en vriendschap veelvuldig naar voren. Zo ontwikkelde het zakelijke contact met collega Bart zich tot romantische relatie. ‘Toen ik ziek was had ik ontzettend veel behoefte aan lol, gezelligheid, mij geliefd, knap en sexy te voelen. Bart was een luisterend oor, een schouder om op te huilen en vooral iemand met wie ik héél veel lol heb gehad. Ik wilde me juist gewoon Monique voelen, gewoon normaal zijn. Daardoor ging wel alles in een sneltreinvaart.’

In een van de ziekenhuispassage beschrijft Monique een moment waarop ze aan Bart vraagt of het serieus is tussen hen en met name voor hem. Ze wil zeker weten dat hij haar niet in de steek laat, terwijl ze eigenlijk nog maar net aan het daten zijn. ‘Ik kon het er nu niet bij hebben als het voor hem gewoon een fling bleek. Dat is het leuke aan ziek zijn: het wordt heel duidelijk en helder wat je wilt en wat je nodig hebt. Je moet dan wel zo’n gesprek hebben, maar het is wel extra fijn dat hij reageerde met “Ja, we gaan ervoor!”’.

Handboek: hoe om te gaan met een zieke vriendin

Net als de liefde, komen ook haar vrienden regelmatig aan bod. Ze beschrijft de mooie, dierbare en soms emotionele momenten die ze met hen deelt, maar ook wat ze miste. Wat mij betreft een belangrijk onderwerp, want niemand leert op school hoe om te gaan met een zieke vriendin.

‘Toen ik ziek was dacht ik vaak “laat ik maar stoer zijn, laat ik maar niet hun avond verpesten”. Later zag ik in dat door niet aan te geven wat ik echt nodig had, ik kreeg wat ik ‘vroeg’.’ Juist door er heel luchtig over te praten, alsof ze alles onder controle had en het helemaal niet eng vond, deden haar vrienden ook zo tegen haar. ‘Ik dacht: “waarom doen mensen zo?” Tijdens het schrijven van dit boek kwam ik er pas achter hoe dat kwam. Inmiddels weet ik veel beter wat ik wil en kan ik dat duidelijker aangeven, want juist dat is zo belangrijk.’

Dat wil ze anderen dan ook meegeven: ‘Ik hoop dat mensen beter durven aan te geven wat ze nodig hebben en dat ze zich niet tot last voelen. Uiteindelijk helpt het iedereen, want je vrienden willen ervoor je zijn dus gun ze dat ook. Geef ze die ruimte en geef bij ze aan wat ze voor je kunnen betekenen.’

De nasleep

Inmiddels zijn we bijna tweeënhalf jaar verder sinds de diagnose baarmoederhalskanker. Monique is gezond en woont nog steeds in Amsterdam. Haar liefde met Bart heeft helaas niet standgehouden, maar haar vriendinnen ziet ze nog even graag. Wel zijn er nog bijwerkingen waar ze last van heeft. Zo zijn er de vijf kleine littekens op haar buik en heeft ze lange tijd last gehad van zenuwpijn die nooit helemaal weg zal gaan. ‘Dat is nu alweer bijna zo normaal dat ik me niet kan voorstellen dat je daar wel gevoel hebt. Het is wat het is: een doof gevoel.’

Daarbij heeft ze een lymfoedeem aan de ziekte overgehouden waarvoor ze regelmatig naar haar fysiotherapeut gaat. Hoe het nu met haar gaat? ‘Ik voel me nu supergoed,’ zegt ze met een hoorbare glimlach. ‘Het lymfoedeem vind ik nog wel erg moeilijk, maar ik leer er steeds beter mee omgaan. Het heeft even geduurd, maar ik voel me overall goed. Vooral mentaal voel ik me heel sterk.’

Praten, praten, praten

Aan het einde van ons gesprek vraag ik Monique of ze vrouwen - met en zonder baarmoederhalskanker - iets wil meegeven. Ze vertelt meteen met enthousiaste urgentie in haar stem: ‘Bij baarmoederhalskanker is erop tijd bij zijn het állerbelangrijkst. Dat kan door vanaf je dertigste elke vijf jaar uitstrijkjes te laten doen, wat in Nederland al redelijk laat begint en nog steeds relatief weinig vrouwen doen.'

'Ook is het van groot belang om je dochter te laten inenten tegen het HPV-virus – wat in 70% van de gevallen de oorzaak is van baarmoederhalskanker.’ Het allerbelangrijkst is misschien wel erover praten. ‘Praat erover met je vriendinnen, over mogelijke klachten, angsten, doktersbezoekjes, uitstrijkjes en ga zo maar door. Als je baarmoederhalskanker hebt gehad is het net zo belangrijk om erover te praten, ook al is het jaren later. Er is nooit een moment dat het klaar moet zijn.’

Lieve Monique, dankjewel voor je mooie boek en het delen van je verhaal. Laten we erover praten en dat ook vooral met z’n allen blijven doen. Alleen staan we sterk, samen staan we nog sterker.

Je bent jong en je krijgt wat van uitgeverij Nieuw Amsterdam koop je vanaf vandaag online bij Bol.com en offline bij de bekende boekverkooppunten.

Bron: RIVM


Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?