Met deze methode weet je of je ovuleert
Ooit gehoord van de basale temperatuurmethode?
© Getty Images

Feit: rond de eisprong stijgt je lichaamstemperatuur met ongeveer 0,3 graden. De eisprong vindt over het algemeen plaats in een periode van twee dagen voor de temperatuursverhoging tot een dag erna. Sommige vrouwen hebben geen eisprong of zijn verminderd vruchtbaar. Om je eigen cyclus beter te leren kennen kun je aan de slag met de basale temperatuurmethode. Hoe dat werkt?
Temperatuur meten
Elke dag meet je je temperatuur. Daar start je mee op de eerste dag van je menstruatie. Dat kan bijvoorbeeld met een cycluscomputer. Dit apparaatje meet jouw lichaamstemperatuur onder je tong, jij voert je menstruatiedagen in en zo krijg je een overzicht van je vruchtbare en niet-vruchtbare dagen.
Je kunt het ook zelf doen met een thermometer. Meet je temperatuur nog voordat je echt opstaat, dus het liefst nog als je in bed ligt.
Je temperatuur noteer je vervolgens in je cyclus-app of in een soort dagboekje. Doe dit voor minstens drie maanden om een goed overzicht te krijgen van je cyclus. Je lichaamstemperatuur stijgt wanneer je je ovulatie hebt en je dus vruchtbaar bent. Maar deze stijging zie je pas nadat je je eisprong hebt gehad en niet meer vruchtbaar bent.
Hoe weet je of je een eisprong hebt/vruchtbaar bent?
Meestal vindt de eisprong plaats tussen een week na de laatste menstruatie en twee weken voor het begin van de volgende menstruatie. Als je een eisprong hebt, stijgt je lichaamstemperatuur met enkele tienden van een graad.
Als je dus heel nauwkeurig elke dag je temperatuur meet voor een aantal maanden, weet je of je lichaamstemperatuur stijgt en of je dus mogelijk een eisprong hebt. Die eisprong vindt overigens meestal plaats in een periode van twee dagen voor de temperatuursverhoging tot een dag daarna. Dit zijn de dagen waarop je het meest vruchtbaar bent.