Heb je last van het 'grass is greener'-syndroom? Dit kun je ertegen doen
Van een afstandje lijkt alles mooier...
Soms lijkt het alsof iedereen om je heen het leuker of beter voor elkaar heeft dan jij. Alsof anderen moeiteloos door het leven fietsen, terwijl jij nog steeds aan het zoeken bent naar de juiste versnelling. Je kijkt naar wat zij hebben — die baan, dat huis, die relatie — en ineens voelt jouw eigen leven wat flets aan. Dat knagende gevoel heeft een naam: het “grass is greener”-syndroom. En het goede nieuws? Je kunt er iets aan doen.
Je scrollt op Instagram, ziet je oud-klasgenoot op een tropisch strand, je ex met een nieuwe liefde, of een collega die opeens freelance digital nomad is geworden in Bali — en ineens lijkt jouw leven wel héél... saai. Maar dat valt reuze mee, echt!
Wat is het ‘grass is greener’-syndroom eigenlijk?
Letterlijk betekent het: 'het gras is groener aan de overkant'. Oftewel: wat anderen hebben, lijkt altijd mooier dan wat jij hebt. Die baan, die relatie, dat huis, die vakantie — het ziet er bij de ander allemaal nét iets gelikter uit. En hoewel een beetje dromen gezond is, kan dit syndroom je behoorlijk onrustig maken. Je raakt misschien ontevreden met wat je hebt, zelfs als het thuis eigenlijk best goed zit.
Dit syndroom kan zich uiten in allerlei situaties: twijfelen aan je relatie terwijl die eigenlijk goed is, dromen over een andere baan zodra het lastig wordt op je werk, of je afvragen of je niet in het verkeerde land, huis of zelfs leven zit. En hoewel dromen en reflecteren gezond zijn, kan het op den duur juist veel stress en onrust veroorzaken.
Hoe herken je het 'gras is groener'-syndroom?
Je hoeft niet constant naar anderen te staren om er last van te hebben — het sluipt er vaak subtiel in. Dit zijn signalen dat je mogelijk met het ‘grass is greener’-syndroom te maken hebt:
- Je twijfelt vaak aan je eigen keuzes, ook als je eerst overtuigd was.
- Je vergelijkt jezelf regelmatig met anderen en komt er meestal slechter vanaf.
- Je hebt het gevoel dat er altijd iets beters is, net buiten handbereik.
- Je raakt snel uitgekeken op situaties of mensen, zelfs als er niets mis is.
- Je voelt je onrustig of snel verveeld, alsof je iets mist maar niet precies weet wat.
Herken je jezelf hierin? Dan is het goed om stil te staan bij waar die onrust vandaan komt — en vooral: wat je nodig hebt om weer tevreden te zijn met je eigen keuzes.
Wat kun je doen als je last hebt van het 'grass is greener'-syndroom?
Gelukkig hoeft dat jaloerse gegluur naar andermans gras geen blijvende gewoonte te zijn. Met een beetje aandacht en een frisse blik kun je je eigen stukje groen weer waarderen. Dit helpt:
1. Herinner jezelf eraan: Instagram is geen realiteit
Op social media zie je vooral de mooie momenten: leuke reizen, nieuwe banen, blije gezichten. Maar wat je niet ziet, zijn de stress, tranen en tegenslagen achter de schermen. Als jij jouw echte leven vergelijkt met hun perfecte plaatjes, voelt het altijd alsof je tekortschiet — maar dat is schijn. Dit is wat een week zonder social media met je doet.
Loop eens een rondje buiten en kijk letterlijk naar het gras om je heen. Van een afstand lijkt het mooi groen, maar als je goed kijkt, zie je ook gele plekken, onkruid of dorre randjes. Zo is het bij mensen ook. Elk leven heeft z’n mindere kanten, ook als je die niet meteen ziet. Dat besef kan al wat rust geven.
2. Vergelijk jezelf met... jezelf
Waar stond je een jaar geleden? Vijf jaar geleden? Kleine overwinningen tellen ook. En hé, misschien is jouw gras niet fluorescerend groen, maar het groeit wél.
3. Onderhoud je eigen tuin
In plaats van loeren naar dat groene veld van de buren, geef je eigen gras wat aandacht. Zit je relatie in een dip? Praat. Wil je een carrièreswitch? Verken je mogelijkheden. Het gras wordt niet groener door er alleen naar te kijken.
4. Leer waarderen wat je hebt
Dankbaarheid klinkt misschien wat zweverig, maar het werkt écht. Elke dag drie dingen opschrijven waarvoor je dankbaar bent? Je hersenen krijgen dan vanzelf oog voor het mooie in je eigen leven. Hé, jouw glas mag ook eens halfvol zijn.
5. Durf keuzes te maken — en eraan vast te houden
Perfect bestaat niet, hoe graag we dat soms ook zouden willen. Er is altijd wel een andere keuze, iets dat misschien beter lijkt. Maar als je telkens van het ene naar het andere springt — of dat nu een baan, relatie of woonplaats is — dan geef je jezelf nooit echt de kans om ergens thuis te raken. Iets laten groeien kost tijd. Soms moet je blijven, ook als het even tegenzit, om te ontdekken wat er mogelijk is als je niet meteen wegrent. Pas dan zie je of het gras onder je voeten eigenlijk al best groen is.