Huishoudelijke taken eerlijk verdeeld? Vrouwen zeggen van niet, mannen van wel
Getty Images

De één kookt en de ander ruimt op, de één maakt de woonkamer schoon en de ander doet de badkamer - anno 2025 streven de meeste stellen ernaar om huishoudelijk werk eerlijk te verdelen. Of dat er in de praktijk daadwerkelijk ook zo aan toe gaat? Daarover verschillen de meningen tussen mannen en vrouwen nogal, zo blijkt uit onderzoek.
Want waar mannen zeggen: ja, gaat prima hoor, die verdeling, zeggen de meeste vrouwen dat zij (nog steeds) het meeste werk doen.
Wie doet het meest in huis?
Thuisstudieplatform Laudius ondervroeg 1500 Nederlanders over hun opruimgewoontes. Van de vrouwen tussen 35 en 49 jaar vindt 75,4% dat zij in de praktijk het grootste deel van het huishoudelijk werk oppakken. Mannen in deze leeftijdsklasse lijken dat echter niet in de gaten te hebben, want maar 24,8% vindt dat hun partner meer doet in het huishouden.
Ook als het over de taakverdeling in de praktijk gaat, zijn mannen en vrouwen het niet met elkaar eens. Meer dan de helft van de mannen vindt dat de taken in huis eerlijk verdeeld zijn, terwijl maar 1 op de 5 vrouwen het daarmee eens is. Ook is er een groot verschil tussen leeftijdsgroepen, waarbij vrouwen van 65+ het vaakst ontevreden zijn:
- Tussen 35 en 49 jaar: 5,3% van de vrouwen vaker ontevreden dan de mannen
- Tussen 50 en 64 jaar: 9,9% van de vrouwen vaker ontevreden dan de mannen
- Tussen 18 en 34 jaar: 11% van de vrouwen vaker ontevreden dan de mannen
- 65+: 23,3% van de vrouwen vaker ontevreden dan de mannen
Traditionele patronen
De ongelijkheid van huishoudelijke taken is volgens onderzoek van het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis (Atria) niet alleen het geval bij koppels met een ‘traditionele’ taakverdeling - waarbij voornamelijk mannen de kost verdienen en vrouwen het huishouden doen. Ook als beide partners voltijd werken, is de vrouw vaak nog steeds hoofdverantwoordelijke voor het huishouden.
Toch is het ‘traditionele’ aspect volgens Valerie Ritchie, psycholoog bij de MIND Hulplijn, iets wat ook op de ‘niet-traditionele’ stellen nog invloed heeft. ‘Die traditionele rolverdeling wordt onbewust doorgegeven op de volgende generatie, deels ook door je ouders,’ vertelt ze. ‘Daarnaast zie je dat vrouwen vaak minder uren buitenshuis werken dan mannen, en partners die minder uren werken worden vaak automatisch de hoofdverantwoordelijke thuis - denk aan afspraken maken, tandarts regelen, boodschappen doen. Ook zijn er veel vrouwen die een natuurlijke drang voelen om een goede partner en moeder te zijn, en de interne overtuiging hebben dat ze daaraan voldoen als ze het huishouden op orde hebben. Vrouwen zijn denk ik ook beter in het zien van de onzichtbare taken, waarvan je niet ziet dat het gedaan moet worden, maar die wel gedaan moeten worden - zoals het schoonmaken van de deurklinken, of het afstoffen van de vensterbank. Ook dat komt weer voort uit die traditionele rolverdeling.’
Zal dit ooit nog goedkomen?
Wordt die taakverdeling dan ooit écht gelijk? ‘Ik zie daar zeker wel beweging in,’ aldus Ritchie. ‘Dat zie je al in de verschillen tussen de taakverdeling van de oudere generaties, en van onze generatie. Maar of we dat ooit helemaal gelijk zullen krijgen, durf ik niet te zeggen. Dat verschilt denk ik echt per koppel, en wat zij belangrijk vinden.’ Daarnaast speelt opvoeding een grote rol. ‘Als je kind het voorbeeld heeft dat papa en mama een gelijke taakverdeling hebben, zal dat voor hen ook vanzelfsprekender zijn.’
Zo ga je het gesprek aan
Lees je dit, en denk je: ik ben eigenlijk wel klaar met die ongelijke taakverdeling bij mij in huis? ‘Begin met het uitspreken van het probleem, en maak samen een lijst van alle (onzichtbare) taken die moeten gebeuren,’ vertelt Ritchie. ‘Noteer daarbij ook de tijdsspanne van de taak, wie welke taak graag doet en kijk dan hoe je het eerlijk per persoon verdeelt - wat zijn ieders krachten? Wees ook flexibel, bijvoorbeeld als je je niet lekker voelt, en een taak wat langer blijft liggen. Pak de taak van je partner niet te snel op, en geef je partner nog de kans (desnoods met een subtiele reminder) om de taak op zijn tempo te doen. Daarmee bewaak je ook je eigen grenzen.’ Je bent immers een gelijkwaardige partner, geen schoonmaker of manager.
Is het toch echt tijd voor een moeilijk gesprek? Dan is dit hoe je volgens Ritchie ‘geweldloze communicatie’ toepast, waardoor je minder snel in conflict zult raken met je partner:
- ‘Beschrijf feitelijk wat je merkt, zonder oordeel: ‘Ik merk dat we met verschillende urgentie bezig zijn met huishoudelijke taken.’’
- ‘Benoem daarbij je gevoel: ‘Ik voel me daar ongelukkig over.’’
- ‘Geef vervolgens jouw behoefte: ‘Mijn behoefte is dat we gelijkwaardig met elkaar omgaan.’’
- ‘En uit tot slot je verlangen: ‘Ik wens dat we nog een keer met elkaar zitten om de taakverdeling weer eens onder de loep te nemen.’
Als afsluiter benoemt Ritchie nog: ‘Het is belangrijk om naar elkaar te blijven luisteren. Soms is dat lastig, zeker als zich al wekenlang spanning heeft opgestapeld. Blijf toch met een open houding luisteren, zonder te oordelen, en blijf nieuwsgierig naar de beleving, gedachten en gevoelens van anderen.’




