Dikke kans dat jij al kunt fietsen vanaf het moment dat je naar de basisschool ging. Fietsen is er bij menig Nederlander al met de paplepel ingegoten. Dat fietsen op een wielrenfiets wel even andere koek is, ervaarde ook Managing Editor Caroline toen ze net haar wielrenfiets had aangeschaft en vanaf de fietsenwinkel, linea recta naar huis racete.
1. Helm op, schoenen aan. Weet je wie klaar is voor haar eerste racefietsritje? IK.
2. Mijn hemel, wat zijn die schoenen lelijk. En wat lopen ze belachelijk beroerd.
3. Je kunt er door die klikplaatjes wél mee tapdansen.
4. Wajooo, kijk mijn fiets shinen! Nog nul krasjes, dat kan nooit lang duren.
5. Dat zadel. Zo hoog. ZO HOOG.
6. Hoe kom ik hier op zonder showgirl-achtige beenspreiding?
7. Niet.
8. Dan maar dat rechterbeen zo hoog mogelijk omhoog schoppen in combinatie met een schietgebedje.
9. Gelukt! Ik ben de bom.
10. Dat zadel is HARD, een baksteen zit nog comfortabeler. En nu?
Artikel gaat verder onder de video
Tips voor dames die beginnen met wielrennen
11. Eén woord, vier lettergrepen: klikpedalen. Oh fak.
12. Welke voet eerst? Links-rechts? Het wordt links. Waarom? Geen idee.
13. Zeg klik, zeg dan klik! Die pro’s kunnen dit zo soepel, waarom ik niet?
14. Je bent geen pro. (Oja.)
15. *klik* Oké, dat was één. Als ik nu stilstaand m’n rechtervoet vastklik, lig ik sowieso met mijn snufferd op de weg.
16. Dus? Rijdend mijn rechtervoet vastklikken, tijd voor schietgebedje nummer twee.
17. Dat pedaal zou zich toch echt hier ergens onder mijn voet moeten bevinden, waarom hoor ik nog ge.. *klik*
18. YES. Twee voeten vast in de pedalen, ik ga met die dunne bandjes onder mijn billen de hele wereld bedwingen!
19. Eerst maar eens naar huis fietsen.
20. Ingewikkeld zo’n stuur.
21. Moeten je handen in het midden op de stang, vooraan bij de remmen, onder in de beugels..? Wat zijn de regels?
22. Kijk mij cool zijn. Maar écht.
23. Wow, je kunt best hard fietsen in zo’n lage houding! Even een sprintje trekken.
24. IK GA SOWIESO 100 KILOMETER PER UUR.
25. 27 km/u, oké close.
26. Hoe moet je eigenlijk goed remmen?
27. Oh nooo! Een stoplicht. Een rood stoplicht.
28. Spring op groen.
29. Spring op groen.
30. Spring op groen.
31. YES! Groen.
32. Hee, een bordje ‘Amsterdam’. Ben ik nu al in de stad?
33. Racefietsen rocks.
34. Hoe handig is het dat mijn eerste ritje ooit de drukste stad van het land doorkruist? En dat het zaterdag is. In de vakantie.
35. HALLO MENSEN GA VAN MIJN FIETSPAD AF IK RIJ HIER.
36. Word ik nou uitgelachen om m’n totaal niet matchende setje wielrenkleren?
37. O nee, het zijn vooral hatende blikken.
38. En terecht, want wielrenners kunnen best irritant zijn.
39. Volgens mij behoor ik nu tot de groep die ik zelf altijd de hinderlijkste groep ooit vond: de wielrenmaffia.
40. Toeristen. Twintig naast elkaar op een fietspad van 2 meter breed.
41. Waar. Is. De. Fietsbel?!
42. Zo’n dure fiets en dan geen fietsbel. Ik ben afgezet.
43. Ik weet niet wat gevaarlijker is: toeristen op MacBikes of al koordansend de Grand Canyon oversteken.
44. Ah, ik weet het al: toeristen op MacBikes terwijl je zelf op een racefiets zit en je omgeven bent door trambanen.
45. Wéér een stoplicht. Lingo-publiek, kom er maar in: GROEEEN!
46. Nog steeds rood en er staat een horde mensen in filevorm voor het stoplicht, dus ik kan niet heel casual met mijn rechterarm op de paal van het drukknopje leunen zodat ik mijn voeten niet hoef los te klikken.
47. Nog steeds rood. En nog dertig meter.
48. Nog twintig.
49. Nog tien.
50. Fuckieduck, ik moet echt gaan remmen. En mijn voeten losklikken, anders lig ik.
51. Dit had ik beter moeten oefenen. En deze gedachte had ik eerder moeten hebben.
52. IK STA BIJNA STIL DAAR GA IK.
53. PFIEUW. Last-second mezelf gered. Gewoon je hak naar buiten draaien, precies zoals de aardige fietsenwinkelmeneer me heeft uitgelegd.
54. Ik moet beter naar aardige fietswinkelmeneren luisteren.
55. Groen! Letsgodiejo. Waarom heb ik niet teruggeschakeld?
56. Amateur.
57. Niet naar beneden kijken tijdens het vastklikken, dat doen de pro’s ook niet. Alleen beginnelingen.
58. Je bent een beginneling. O ja.
59. Waarom zit dat zadel nog helser dan net? Ik krijg de boel echt niet lekker om dat harde martelstuk gevouwen, welke positie ik ook probeer.
60. Damn, wat zijn die fietspaden crap. Ik rijd hier op keiharde bandjes, ja!
61. Note to self: lid worden van de Fietsersbond. Alles voor de goede zaak, en spiegelgladde fietspaden.
62. Een brug! Even testen of ik een beetje kan klimmen.
63. Hell yeah. Dat heeft natuurlijk niks te maken met die wind in mijn rug, maar alles met mijn ijzersterke klimbenen. Straks meteen een tripje naar de Mont Ventoux boeken.
64. Bijna thuis! Whoopwhoop.
65. Made it! Wielrennen is het beste ooit. Morgen weer, tenzij mijn voorbips dan nog aanvoelt alsof 'ie de afgelopen uren dienst heeft gedaan als boksbal.
