Een proteïnereep is een makkelijke en snelle manier om na een (zware) training je energielevel en eiwitgehalte voldoende aan te vullen, zodat je spieren goed kunnen herstellen. De eiwitrepen zijn zo ingeburgerd dat ze in de schappen van ongeveer iedere supermarkt te vinden zijn. Dit heeft er echter wel voor gezorgd dat niet alle eiwitrepen nog even ‘puur’ zijn.

Want hoewel de verpakkingen er allemaal zo gezond uitzien, kan schijn bedriegen. Sommige van deze bars hebben juist een tegengesteld effect op je trainingsinspanningen. Daarom is het handig om te weten hoe je een goede eiwitreep uitkiest. Met deze drie tips gaat dat helemaal goed komen. Lees meer over eiwitten en eiwitrijke voeding.

Zo kies je de juiste eiwitreep

#1 Kijk naar de calorieën

Door de gezond ogende verpakkingen kan je het idee hebben dat je bijna onbeperkt van proteïnerepen kunt snoepen. Eiwitbars zijn niet alleen lekker, ze bevatten vaak ook veel calorieën. Op zich is dat prima, omdat je na een zware training wel wat energie kunt gebruiken, maar als tussendoortje zijn ze daardoor vaak wat minder geschikt.

Dus voordat je er eentje weghapt, is het goed om het aantal calorieën te checken.

Als je de bar gebruikt als maaltijdvervanger, is het geen probleem als het caloriegehalte rond de 300 ligt. Maar als je de eiwitreep als tussendoortje neemt, is het verstandig een reep te kiezen die wat minder calorieën telt.

#2 Dubbelcheck het eiwitgehalte

Ze worden vaak wel eiwitrepen genoemd, maar of er ook altijd evenveel eiwitten in de repen zitten is nog maar de vraag. Juist de proteïne in de repen zorgen ervoor dat je trek wordt gestild en geven je een boost na het sporten.

Maar repen met minder eiwitten en meer koolhydraten kan je beter nemen voor het sporten. Hierin zitten juist meer koolhydraten, die minder goed zijn voor je bloedsuikerspiegel. De insuline stijging en de daaropvolgende daling die optreedt na het eten van een reep vol koolhydraten kan meer trek creëren.

Check daarom je reep op het aantal gram eiwitten. Probeer een reep te vinden die tenminste 15 gram eiwitten bevat en niet meer dan de helft zoveel vet als eiwit. Probeer ook een bar te vinden die niet meer dan 1,5 keer zoveel koolhydraten als eiwitten bevat. Bijvoorbeeld een reep met 20 gram eiwitten en 30 gram koolhydraten.

#3 Luister naar je buik

Hou een oogje in het zeil op het insulinegehalte en het aantal oligosachariden. Deze stoffen geven de reep een lekkere smaak, maar kunnen ook voor een opgeblazen gevoel zorgen.

Ook dan maakt het niet uit hoe hard je traint: met een opgeblazen gevoel zal je je niet fitter voelen. Dus luister naar je buik: als je maag snel overstuur raakt van deze stoffen, zoek dan een eiwitreep zonder toegevoegde stoffen.

Volg je Women's Health al op Facebook en Instagram?